kleuren en vererving

 

BRUIN

De bruinfactor verhindert het volledig uitkleuren naar zwart van het eumelanine. Dit wordt in een zandkleurig bruine vorm afgezet in de bevedering. Phaeomelanine wordt niet aangetast.DE VERERFING VAN DE BRUINE VARIANT IS, Geslachtgebonden en recessief.

 
 
PASTEL
De pastelfactor reduceert zowel het eu- als het phaeomelanine; en wel het eu- voor ongeveer 
50%, en het phaeo- vrijwel zeker wat sterker.
DE VERERVING VAN DE PASTEL VARIANT IS, Autosomaal en recessief
 
WITSTUIT
Een enkelfactorige vogel is altijd direct herkenbaar als witstuit. De dubbelfactorige witstuit is 
(vrijwel) altijd een flinke nuance lichter. 
De witstuitfactor reduceert zowel eu- als phaeomelanine, en wel op de volgende manier: 
Eumelanine van kop, borst, rug- en vleugeldek en staartpennen: reductie gedeeltelijk (30 a 40 
%). Reductie in stuit en het staartdek: volledig. De gedeeltelijke reductie gebeurt over het 
algemeen niet zo egaal als bij de pastel factor. Dit komt omdat bij de pastelfactor de reductie.
over de gehele veer gelijkelijk verdeeld is. Bij de witstuit is de reductie aan de basis van de 
veren sterk en naar het uiteinde van de veer toe steeds zwakker. Een veer van een pastel is 
dus egaal licht grijs, terwijl de veer van een witstuit een witte basis bezit met een vrijwel 
normaal grijs uiteinde. Ook is de schouderpartij vaak wat lichter dan het rugdek. 
Het phaeo-melanine wordt volledig gereduceerd, behalve in de tekening van de binnenvlaggen 
van de slagpennen. Hoewel de roodbruine vlekken vaak iets minder uitgebreid zijn, zijn ze wel 
roodbruin. Als ze crème zijn is ook de pastelfactor aanwezig. Door het ontbreken van bruin in 
de lichaamskleur is deze altijd helder grijs.
DE VERERVING VAN DE WITSTUIT VARIANT IS, Autosomaal en dominant en kent geen lethaal factor.
 
GEZOOMD
De mutatie veroorzaakt een reductie van het eumelanine. Die reductie is aan de basis van de 
veer zeer sterk en aan de rand van de veer zwak. Hierdoor ontstaat een lichte veer met een 
veel donkerder grijze zoom. Deze omzoming is vooral in het rug- en vleugeldek duidelijk 
waarneembaar. De slagpennen zijn niet donkergrijs meer, maar grijs met ook een lichtere kern. 
Het phaeo-melanine wordt niet aangetast. Het lijkt zelfs of er een toename is. Vooral bij jonge 
vogels is de hoeveelheid roodbruin in het rugdek opvallend De roodbruine binnenvlaggen van 
de slagpennen zijn als bij de wildkleur. 
De gezoomd mutatie is zeer waarschijnlijk opgetreden in een pastel diamantduiven. Deze 
combinatie vogels werden op dat moment ook wel briljant of overgoten genoemd. In de kweek 
bij de heer Pieter v.d. Hooven uit Zwolle is de gezoomd mutatie losgekoppeld en in de wildvorm 
zichtbaar geworden.
DE VERERVING VAN DE GEZOOMDE VARIANT IS, Autosomaal en recessief
 
AGAAT
Over deze mutatie is nog niet veel bekend Er vindt een in iedere geval een reductie plaats van 
het eumelanine. Opvallend is de duidelijke kop-nek scheiding. De helder grijze kop tekent 
duidelijk af tegen een meer beige-grijs rugdek. De tekening is als bij de wildkleur, inclusief 
roodbruine binnenvlaggen van de slagpennen . Hoewel de naam agaat is voor deze mutatie 
niet juist, omdat de vererving van de agaat mutatie geslachtgebonden en recessief en de agaat 
mutatie bij de diamant duif recessief autosomaal vererft is toch besloten om vooralsnog de 
naam agaat te handhaven Op termijn zal deze naam aangepast worden wanneer exact 
duidelijk is wat deze mutatie veroorzaakt.
DE VERERVING VAN DE AGAAT VARIANT IS, Autosomaal en recessief.
 
BONT
De mutatie veroorzaakt witte gekleurde veren over het gehele lichaam. Het patroon wat 
ontstaat is vlekkerig. Wat opvalt is dat de vleugelpennen en staartpennen meestal niet door de 
bontfactor beïnvloed worden. Er worden dan ook selectie gekweekte exemplaren 
waargenomen die vrijwel geheel wit zijn met enkel gepigmenteerde vleugel- en staartpennen. In 
het rugdek komen nog dan nog wel enkele donkere veertjes voor.
DE VERERING VAN DE BONTE VARIANT IS, Autosomaal en recessief.
 
 
SATINET
De satinet mutatie veroorzaakt we een totale reductie van het zwarte eumelanine en een sterke 
reductie van het phaeo melanine. Het resterende pigment is een restant bruin melanine. 
Hierdoor ontstaat er een zeer lichte crème kleur,waarbij ook de oogkleur rood is geworden.
DE VERERVING VAN DE SATINET VARIANT IS, Geslachtgebonden en recessief.
 
 
Bron, https://www.nbvv.nl/tt/downloads/standaardeisen/diamantduiven.pdf